+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Galaten
1 2 3 4 5 6 54 %
Gal. 6
6:1 Broeders en zusters 1),
als iemand betrapt wordt op een overtreding,
help zo iemand dan overeind in een geest van zachtmoedigheid, jullie, geestelijke mensen;
neem jezelf in acht
dat jullie niet ook zelf in verleiding komen.
2 Draag die lasten van elkaar,
zo zullen jullie de wet van Christus vervullen.
3 Want wie meent iets te zijn
en het niet is,
die bedriegt zichzelf.
4 Maar laat iedereen zijn eigen werk onderzoeken,
ook dan zal hij zijn roem voor zich alleen houden
en niet naar de anderen toe.
5 Want ieder zal zijn eigen last dragen.
6 Wie onderricht wordt in het woord,
moet degene die onderricht geeft laten delen in alle goede dingen.
7 Laat u niet misleiden,
God laat niet met zich spotten,
want wat een mens zaait,
dat zal hij ook oogsten.
8 Want wie niet verder dan zijn eigen vlees 2) zaait,
zal uit het vlees verderf oogsten,
maar wie zaait in de geest,
zal uit de Geest eeuwig 3) leven oogsten.
9 Laten we niet moe worden goed te doen,
want te zijner tijd zullen wij oogsten,
wanneer wij de moed niet verliezen.
10 Laten we dus, zolang we tijd hebben, goed doen aan allen,
maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.
11 Zie, met hoe grote letters ik jullie eigenhandig schrijf.
12 Allen die een goede indruk willen maken in het vlees,
die proberen jullie te dwingen jezelf te laten besnijden,
alleen om niet vervolgd te worden omwille van het kruis van Christus.
13 Immers, zelfs zij die zelf besneden zijn
onderhouden de wet niet,
maar zij wensen jullie te laten besnijden,
zodat zij in jullie vlees kunnen gloriëren 4).
14 Wat mij betreft,
het zal niet gebeuren
dat ik mij beroem
anders dan op het kruis van onze Heer, Jezus Christus,
waardoor de wereld voor mij gekruisigd is
en ik voor de wereld.
15 Want de besnijdenis is niet wezenlijk waar het om gaat
en de voorhuid evenmin,
maar het gaat om een nieuw schepsel.
16 En aan allen die dit beginsel volgen:
vrede over hen en barmhartigheid,
en over het Israël van God.
17 Laat voortaan niemand mij lastig vallen,
want ik draag de merktekens van Jezus in mijn lichaam.
18 De genade van onze Heer, Jezus Christus,
zij met jullie geest, broeders en zusters!
Amen.

1vertaling van Gerda van Deelen
2de eigen natuur
3duurzaam
4Josephus, Antiquities 19:279 -311 gaat over de gunsten door keizer Augustus aan de Judeeërs verleend om hun religieuze wetten te onderhouden, me als motief het voorkomen van oproer vanwege onenigheid om religieuze gebruiken. In het sabbatsjaar hoefden zij geen belasting af te dragen en zij hoefden geen militaire dienstplicht te vervullen. Later vielen de Judeeërs in ongenade bij keizer Claudius en deze trok alle privileges weer in. Was hem ter ore gekomen dat de Judeeërs het niet zo nauw namen met de voorschriften?